zondag 26 februari 2012

In den Beginne Was het Plan


Boeren in Zambia: aflevering 2. Hoe wij begonnen met landontwikkeling en herstel in 2008.


Onbewerkt land van Lot no 3.

Wij hebben een stukje land van bijna acht hectare. Het heeft grofweg de vorm van een parallelogram met langste zijde van zo’n 360 meter en de kortste is zo’n 230 meter. We hebben Lot 3 in October 2008 gekocht, vooral vanwege de gunstige ligging direct aan de grote weg van Choma naar Lusaka. Het land was uitgeput vanwege jarenlang éénzijdig gebruik (mais en pinda’s), er stonden nog maar twee grote bomen (de rest was gekapt om er houtskool van te maken) en dan was er nog een hoek met struikgewas en jong geboomte. In het kale gedeelte waar voornamelijk mais verbouwd werd liggen wat termitenheuvels met dicht struikgewas, als groene eilandjes in de zandwoestijn. De laag aarde is dun, op sommige plekken niet meer dan een dertig cm. Daaronder ligt grint en daaronder gesteente. De aarde is zanderig met hier en daar iets leemachtigs. Het enige dat er met groot enthusiasme op wilde groeien waren diverse grassoorten.

Lot 3 of Harmony Settlement Scheme.
De (eerste) natuurlijke agrarische bestemming van dergelijke grond ligt dan ook in het houden van koeien, in een struik of bosachtig weiland. Maar dat heeft weinig zin op 8 ha. Wij hebben een regenseizoen van november tot april, de rest van het jaar is het droog. Voor koeien heb je dus veel land nodig. Het een bottomline option, voor het geval je eigenlijk niets landbouwerigs wil doen; maar ook dan heb je een verzorger nodig, een kraal en een afrastering.

Met het land namen we ook Milner over. Milner was de landarbeider van de vorige eigenaar, een Zambiaanse dame. Zij betaalde hem niet, reden waarom de bomen van Lot 3 verdwenen waren in de vorm van houtskool. Milner had zijn eigen erf met nogal miserabele behuizing. Hij sprak geen engels, maar beheerste de gangbare manieren van mais verbouw en had de practische vaardigheden van een Tonga dorpeling. Hij was in lompen gehuld, at slecht en zijn leven bestond voornamelijk uit ontberingen.

Milner vanaf dag 1 was de “caretaker” en los-vaste arbeider. Wij gaven hem een maandelijks inkomen (overeenkomend met het loon van een landarbeider op een commerciële boerderij), aangevuld met een fors voedselpakket dat in het grootste deel van zijn voedselbehoeften voorzag. Bovendien had hij zijn eigen huisje met erf, een een stuk grond om te verbouwen. Hij was nu beter af dan sedert jaren het geval was.

Mijn persoonlijke agrarische ervaring beperkte zich tot kippen, de groentetuin en wat fruitbomen; en dat gold ook voor mijn echtgenote. Lot drie was groter dan wat we ooit gedaan hadden en ook anders. Eén reden om te gaan winkelen bij de Conservation Farming Unit (CFU, zie aflevering 1 van Boeren in Zambia) voor ideëen; en dan was er natuurlijk het onvolprezen Internet.

Het eerste dat ik deed was het maken van een Plan. Geen bedrijfsplan, maar een grond-bestemmings-plan. Dit plan stopte ik in de computer, als een “spreadsheet” en daar kon ik dan mee spelen. In dit 2008 plan werd het land opgedeeld in:
1.      Drie aangrenzenden delen van elk 1 ha voor het verbouwen van gewassen zoals mais, zonnebloem, pinda’s en soyabonen; het zogenaamde cash crop gedeelte. Hier kon dan wisselbouw toegepast worden.
2.      1 gedeelte van ruim 1 ha voor fruitbomen; eventueel in combinatie met het houden van pluimvee of varkens.
3.      1 gedeelte van 0.6 ha voor gebruik van arbeider(s).
4.      1 gedeelte van 1 ha voor privee behuizing en eigen werkruimten.
5.      Reserveringen voor groentetuinen, cassave en koffie; bij elkaar ongeveer 1 ha.
6.      Een “rest gebied” van ongeveer 1,5 ha. Dit is voornamelijk onvruchtbaar land vanwege de zeer dunne grondlaag. Dat is gereserveerd voor toekomstige bebouwing, landschappelijk schoon, en graasgebied voor 2 stuks vee.  

Bij het Grond-Bestemmings-Plan hoort een activiteitenpakket, het uit te voeren programma. Voor seizoen 2008-09 oftewel jaar 1 hadden wij nu het volgende programma:
                    I.            Binnenhalen van informatie en uitproberen van ideëen.
                  II.            Afbakenen van het terrein in secties volgens het Grond-Bestemmings-Plan.
                III.            Het prepareren van een deel van het cash crop gebied en planten voor het te laat was.
               IV.            Het (her) bebomen.
                 V.            Het planten van fruitbomen (“seedlings”).
               VI.            Het planten van cassava.
             VII.            Prepareren voor groentenverbouw, inclusief watervoorziening.
           VIII.            Aanschaf landbouwwerktuigen en gereedschappen.
                IX.            Het afrasteren van het gebied met prikkeldraad.
                  X.            Opzetten administratie.


De beschrijving van de uitvoering van deze werkzaamheden is het onderwerp van de volgende aflevering.


Geen opmerkingen: