zondag 29 januari 2012

Het Uitgestreken Dienstmeisje


Aantekeningen uit Zambia. Aflevering 10: Over al het werk dat het in dienst hebben van een huishoudelijk iemand met zich meebrengt.
Wij hebben hier in en aan huis in volledige dienst een hulp-in-de-huishouding, een nachtwaker en een tuinman. Af en toe wordt er ook voor een hele of halve dag een strijkster in gehuurd. U zou uit dergelijke gegevens kunnen afleiden dat wij buitengewoon welgesteld zijn. Was het maar waar!
Zeker, wij behoren ook niet tot de armste categorie van ingezetenen. Laten we zeggen dat wij tot de 2,5% lokale bovenlaag behoren. Economisch gesproken. Ook daar hoef je je niet al te veel bij voor te stellen – met zo’n € 500 per maand zit je al in de onderkant van die club.
Ook veel mensen die niet in die bovenste 2,5% zitten hebben huishoudelijk personeel, in de een of andere vorm. Hier zijn geen accurate gegevens over beschikbaar.  Voltijds tuinlieden heb je alleen aan de bovenkant, en hetzelfde geldt voor de nachtwaker. Wanneer je, zoals wij, een flink erf hebt waar je ook nog van alles op doet dan heb je een tuinman nodig. Wanneer je, zoals wij, over wat bezittingen beschikt dan heb je een nachtwaker nodig. Zo is dat hier nu eenmaal.
De maandelijkse kosten van dit drietal zijn in de orde van de € 300, inclusief de uitkeringen bij afloop van het contract. Een deel van deze uitgave wordt direct terug verdiend in de vorm van groenten, fruit en kippen. Een deel wordt indirect terug verdiend in die zin dat als mijn vrouw of ik die betaalde arbeid in tuin of huis zelf zouden moeten doen dat meer kost.
Onze huishoud dame is, zou ik zo zeggen, rond de 25 jaar oud. Zij begint om 7.30 des ochtends en keert om 17.00 uur huiswaards. In de tussentijd behoort zij het huis schoon te maken, de bedden op te maken, het middagmaal te koken en gewassen kleding te strijken.
 Zij spreekt een beetje engels maar daar kan je echt niet van op aan. Als je iets uitlegt, bij voorbeeld hoe het strijkijzer werkt, en vervolgens vraagt: “Do you understand this?” is het antwoord onvermijdelijk “ja.” Vervolgens gaat zij onvervroren door met het mishandelen van het strijkgoed, gewoon op de manier waarop zij het gewend is.
De Zambiaan die zegt: “ Dit kan ik niet,” of “Dit begrijp ik niet” moet nog geboren worden. Dit gaat verder dan problemen met het engels. Ook bij het aanwenden van een inheemse taal, zoals het veel gebruikte chinyanja, krijg je “ja” te horen wanneer het “nee” zou moeten zijn.
Het Nieuwe Strijkijzer.


Thuis strijkt ze met een houtskoolijzer, daar zitten geen knoppen aan die de temperatuur van het strijkvlak regelen en de stoomafgifte. Maar ook knoppenloos strijkt onze Trinicy thuis verschillende soorten goed, die tevens verschillende strijkijzer temperaturen vergen. Trinicy, vermoed ik, is geen strijkend licht. Maar ik weet zeker dat zij er geen gewoonte van maakt om haar eigen kleding bij het strijken te verbranden, ook al is het regelen van de temperatuur met een houtskoolijzer een stuk moeilijker dan bij onze Philips. Waarom doet zij dat dan wel bij ons?
Op de verpakking van het gloednieuwe apparaat staat “SIMPLE, EFFICIENT, FAST” - een slagzin die aan Trinicy voorbij gaat. Zij vindt het ding helemaal niet eenvoudig. Toch heeft-ie maar twee bewegende delen. De ene is een draaiknop voor de temperatuur. Onder de knop staat aangegeven welke stand bij welke stof hoort. Kan zij lezen? Zij kan zeker eenvoudige tekst lezen. Begrijpt zij dat “nylon” de stand is voor synthetische vezels? Dat moeten we morgen even nalopen. Laat zij het apparaat afkoelen na het schakelen naar een lagere temperatuur alvorens te strijken? Ook dit moeten we even nalopen. En tenslotte: kent zij wel het onderscheid tussen katoen en synthetisch materiaal? Dat zou wel zo moeten zijn maar je kan je met gemak allerlei grensgevallen voorstellen waarbij het niet zo éénduidig is. Dan moet je naar het label kijken en de vraag is of zij dit initiatief ontwikkeld heeft. Eén van Nchimunya’s fraaiste jurken is nu voorzien van de indruk van het strijkijzer. Die jurk is duidelijk van synthetisch materiaal – daar hoef je geen label voor te lezen.
Trinity’s antwoord op deze technische problematiek bestaat uit ontwijking. Zij strijkt niet meer. Er ligt een berg ongestreken goed in de bergkamer. Als zij noodgedwongen toch moet strijken – de jongens moeten elke schooldag een schoon gestreken uniform aan -  dan doet zij dat met de oude machine. Die warmt niet goed op en de afdeling stoom doet het niet. Dat was nu juist de reden waarom we een nieuwe gekocht hebben. Het zou kunnen dat het stoomblazen toch de oorzaak van het probleem is – misschien denkt zij wel dat dat er niet bij hoort. Kom daar maar eens achter, met dat gebruikelijke ja-knikken. Begrijp je hoe het stomen werkt? Ja meneer. Begrijp je niet hoe het stomen werkt? Ja meneer.
In Nederland had/heb je de huishoudschool. Die was/is voor meisjes die niet geschikt zijn voor het algemeen middelbaar onderwijs. Dit soort van onderwijs, lager beroepsonderwijs, bestaat nauwelijks in Zambia. Je hebt lagere school, dan één soort algemeen vervolgonderwijs (aangeduid als “Form 5”)en dan heb je hoger beroepsonderwijs. Om daarvoor in aanmerking te komen heb je een volledige middelbare school nodig. Scholen als de voornoemde huishoudschool, de technische school of de lagere landbouwschool zijn er nauwelijks of niet en dit is één van de voornaamste redenen waarom het niveau van het praktische vakmanschap in Zambia in het algemeen bedroevend laag is. Er zijn automonteurs, timmerlieden, loodgieters, schoonmakers en koks. Er is werk voor ze. Maar de meesten hebben het vak op straat geleerd. De één doet het beter dan de ander, maar zonder uitzondering zitten er allerlei gaten in de kennis en de kunde. En daar sta je dan aan de kant van de weg met net gerepareerde maar toch oververhitte  auto; het stoom ontsnapt sissend uit de nieuwe doch niet langer hermetisch gesloten radiateur. Of thuis met een lekkend strijkijzer. Maar zo ver is het nog niet.....
Zo’n huishouddame is dus een hoop werk. Deze, de laatste in een lange reeks, steelt niet. Dat is een hele grote plus. Haar voorgangster zou gezegd hebben dat Trinicy te stom is om te stelen.
En over dat gebrek aan geschoold vakmanschap, daar staat ook iets positiefs tegenover. Dat is een uitgebreid vermogen voor geïmproviseerde oplossingen; een manier van doen die met bush engineering wordt aangeduid. Hoe lang zo’n oplossing het blijft doen, en wat de vaak ongewenste neven effecten zijn, is een open vraag.  Dat is het onzekerheidsprincipe, ook wel de z-factor of zamfactor genoemd, dat een fundamenteel aspect is van het leven hier. Als je daar niet mee uit de voeten kan ben je beter in Nederland af. Daar zijn tienduizenden zeer goed betaalde hoogopgeleiden lieden die met elkaar niet in staat zijn pensioenfondsen te beheren of de Eurozone van een financieel betrouwbaar aanzien te voorzien. Dat soort geklungel wordt niet als "bush engineering" omschreven. Ik houd het dan maar gewoon op geklungel. Misschien dat u er een beter woord voor heeft?

Geen opmerkingen: